(Er is veel blogmateriaal op de plank blijven liggen omdat we indertijd nog midden in de bouwfase van de villa zaten. Reportages over de bouw heb ik toen voorrang gegeven, op de aparte pagina's in de rechterkolom, doch dit even terzijde.)
Heenvlucht vanaf Don Mueang Bangkok, vlak voor de landing langs de Mekong.
Kenners hebben altijd pasfoto's (en geld) bij zich voor het toeristenvisum. Dao kon gewoon doorlopen.
Drie nachten geboekt in 3 Nagas (Sofitel). Gelijk in alle rust een hapje gegeten op het terras. Kerstmuziek in de lounge (in juli dus). "Weet je wat, maak jij mijn selfie, dan maak ik jouw selfie."
Luang Prabang is een knus dorpje aan de Mekong, met prachtige uitzichten. Twee dagen lang hebben we kalmpjes met de hotelfietsen rondjes gereden langs de bezienswaardigheden. Het leek Dao wel interessant om in traditionele kleding voor de dag te komen. Ze had vroeger al leren fietsen met dergelijke wikkelrokken.
Het hotel is verspreid over meerdere gebouwen. Het hoofdgebouw heeft receptie, restaurant en kamers, terwijl zich aan de overkant van de straat een gebouw met kamers bevindt naast een huis met ontbijtzaal. Er staat permanent een iconische Citroën Traction Avant geparkeerd. De drankjes bij het ontbijt moeten van de overkant komen, omdat de ontbijtzaal geen keuken heeft.
Er zijn maar twee exemplaren van dit Model 11 uit 1952 in héél Laos.
Hier en daar zijn nog meer tekenen van het Franse koloniale verleden te zien.
Evenals oude ambachten.
Na een kopje thee en een cappuccino met een schaaltje koekjes kregen we een rekening van 85000 kippen.
In de vroege morgen kwam een kolonne serene monniken voorbij om offergaven aan te nemen.
Later op de dag een kluitje kakelende Chinese toeristen. In Luang Prabang is altijd wat te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten