Thais zijn gek op de meest uiteenlopende soorten tuinversiering, die je overal langs de snelweg kunt kopen. De vrolijkheid straalt er van af. Onze Zwarte Pieten had ik al eens onthuld, maar inmiddels hebben we ze een definitieve (traditionele) plaats gegeven naast de voordeuren. Hartelijk welkom.
Ze zijn de brengers van rijkdom en geluk - het hele jaar door.
Onze andere tuinkindertjes hebben geen rooie mutsjes, maar wel vrolijke lachebekjes.
Heel speciaal is de Hibiscus mutabilis: een grote struik met forse bloemen,
die 's morgens wit opengaan en dan in één dag roze worden.
Ze zijn reukloos en vallen na een paar dagen al wijnrood van de tak,
maar door de vele knoppen staat er continu een bosje in bloei.
Hoe leuk het er allemaal ook uitziet, Dao's moeder had het typisch Thaise commentaar:
"Je kunt er bijna niks van eten!"
De 3 mangobomen, de 2 bananenbomen en een paar pittige chilipeperplantjes
vond ze kennelijk niet genoeg voor een stuk grond van deze omvang.
En een opgroeiende kokosnootboom gaat daar niks aan toevoegen.